Zij samen aan een tafel, ik gezeten op de bank. Een grote boekenkast als achtergrond van hun gesprek, een met oude tegels ingelegd tafelblad. Twee generaties met een gat ertussen, grijze koppen aan het woord. Frequente eilandgasten, samen op dezelfde missie. Het afscheid van de herberg, er zijn nu het nog kan.

Nog even en het zal een klooster worden, wie weet wat er dan gebeurd. Of je bij de monniken kunt verblijven of een andere plek zult moeten vinden, dat weten ze nog niet.

Er wordt een vraag gesteld, ik heb hem niet gehoord maar het antwoord lijkt niet voor de hand te liggen. De ogenschijnlijk jongste van het stel weet het snel te achterhalen met haar iPhone. Ze kijken elkaar aan en staan wederom versteld wat je wel niet met zo’n apparaat kunt doen.

De vrouw is in haar nopjes en besluit haar kennis te demonstreren. Ze gebruikt het ook vaak tijdens het koken zegt ze, draait haar hoofd om en spreekt ‘Hé Siri, zet de timer op 5 minuten’. De telefoon bevestigt de opdracht en haar tafelgasten kijken haar vol verbazing aan.

Een volledig nieuwe wereld is zojuist voor hen geopend. Ik luister terwijl de vrouw verteld over de verbeteringen die zijn doorgevoerd om haar Tukkers accent niet langer een belemmering te laten zijn in spraaktechnologie.

Enkele minuten later kijkt het gezelschap verschrikt op wanneer de timer, die ze in de tussentijd alweer vergeten zijn, braaf van zich laat horen. Glimlachend zit ik in het hoekje van de bank, te doen alsof ik lees.